In deze reeks onderzoek ik hoe bomen – eeuwenoude symbolen van leven en groei – een nieuwe gedaante krijgen door middel van pneumatische technieken. Hun kruinen bestaan niet uit bladeren, maar uit elastische, opblaasbare volumes die zich vullen of leeglopen met lucht.
Deze artificiële bomen reageren op aanwezigheid, ademen in een winters landschap of groeien en verdwijnen in een vertraagd ritme. Ze bootsen de natuur na, maar doen dat op een kunstmatige en gestileerde manier. De bomen tonen zo niet alleen de schoonheid van verandering, maar leggen ook de kwetsbaarheid van onze relatie met de natuur bloot: we verlangen naar groen, zelfs als het technisch geconstrueerd is.
De Aanwezigheidsboom is een artificiële boom met een bladerdek van opblaasbare volumes. Wanneer er niemand in de buurt is, blijft de boom kaal. Pas bij menselijke aanwezigheid vult hij zijn kruin met lucht en ontvouwt hij een volle bladerpracht. Zodra de mensen vertrekken, lopen de volumes weer leeg.
Aan weerszijden van een laan in een winters landschap staan bomen waarvan de kruinen voortdurend van volume veranderen. Ze lijken te ademen en ogen groen en levendig, alsof de zomer net begonnen is.
Een man – de kunstenaar zelf – wandelt door het werk heen. Juist in een koude, dorre omgeving krijgt de installatie haar grootste kracht: het contrast met de winter roept een intens verlangen naar de zomer op.
In deze 3D-animatie verschijnt een pneumatische boom in een natuurlijke omgeving. De stam en takken bestaan uit metalen buizen, waaraan elastische, opblaasbare volumes bevestigd zijn. Aangedreven door lucht zwelt het bladerdek langzaam op en zakt weer in, als een boom die groeit en blad verliest.
De boom is een visualisatie van een idee: een artificiële constructie die de cyclus van natuurlijke groei nabootst.